burn-out: this is what it feels like

Please enter banners and links.

Er wordt tegenwoordig heel gemakkelijk en snel het etiket burn-out geplakt op iemand. Zodra er sprake is van stressklachten, is iemand niet meer overspannen maar burn-out. Het klinkt beter, serieuzer, dat zal vast de reden zijn. Het klinkt meer alsof je, door de schuld van een ander, te veel en te hard hebt gewerkt. Best een beetje stoer misschien.

Medisch gezien is er sprake van overspannenheid als er een langere periode stressklachten aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld moeheid, controle verliezen, slaapproblemen, prikkelbaarheid, piekeren, concentratie- en geheugenproblemen. Duurt deze periode langer dan 6 maanden en ben je vooral ook uitgeput, dan kan er sprake zijn van een burn-out.

Toen ik zelf na de zomer van 2010 langdurige buikpijn kreeg en ik in het medische circuit belandde, maakte ik me zoveel zorgen dat ik bleef piekeren en malen. Daarvoor al dacht ik regelmatig “ik red het niet meer” als ik aan mijn werk dacht. Jarenlang al werkte ik hard. Voelde ik me ongelukkig en vluchtte ik. Ik was onzeker over mezelf en daarom moest alles zo goed mogelijk. Ik vond het ook lastig om hulp te vragen en knopen door te hakken. Dingen kostten daardoor veel tijd en ik had altijd stapels op mijn buro. Dikke stapels. In de ochtend uit de kast, in de avond weer terug. Slechts een paar dingetjes afgerond. Door het piekeren ging ik slechter slapen. Het slechter slapen veroorzaakte natuurlijk nog meer vermoeidheid en piekeren. Een vicieuze cirkel. Ik werd bang om overspannen te raken, schoot in een kramp.

Dit ging over in hartkloppingen, spierpijn, hoofdpijn, misselijkheid en me nog meer zorgen maken. Weer allemaal medische onderzoeken volgden, met (gelukkig) geen nare uitkomsten. Ik zie mezelf nog rondlopen met een hartslagmeter. Ik had continu een roffelende hartslag. Toch probeerde ik nog gewoon te werken. Opgeven was geen optie. Mijn klachten werden alleen maar erger. Toen ik vanuit het niets paniekaanvallen kreeg, geen oog meer dichtdeed en niet meer alleen thuis durfde te zijn, kon ik niet meer. Uitgeput. Depressief. Huilen. Ieder geluid was te veel. En ik was zo gespannen dat ontspannen onmogelijk was. Ik twijfelde aan alles en was bang dat mijn hele wereld instortte. Dit kwam vast nooit meer goed. Ik schaamde me daarbovenop enorm.

Het herstel duurde lang. Een maand of vier na mijn eerste ziekmelding, was ik weer even op mijn werk. Wat voelde ik me onzeker. Ik was niet meer dezelfde persoon, had een flinke tik gehad. Met vallen en ontstaan ging ik reïntegreren en ergens aan het eind van het jaar werkte ik weer fulltime. Ik had wel wat begeleiding gehad (een paar gesprekken bij een psycholoog), maar echte diepgravende analyse en verandering had niet plaatsgevonden. Dat vond ik zelf ook te spannend. Want dan zou er vast ook veel veranderen in mijn werk en leven…

Doordat ik bleef doen wat ik altijd deed, kreeg ik wat ik altijd kreeg. Ik bleef op dezelfde manier mijn werk doen, op dezelfde manier leven. Ik heb dan ook meerdere keren een terugslag gehad de jaren erna..

Pas toen ik na een ontslag alle wapens neerlegde en echt eerlijk naar mezelf durfde te kijken, ging ik ook echt de strijd aan. Met alle oorzaken. Ik besefte dat ik me niet langer sterk hoefde te houden, maar ook onzekerheid en verdriet mocht gaan delen. Ik leerde mezelf kennen en waarmee ik mezelf saboteerde. Gedachten ombuigen. Van mezelf houden. Sterker worden dan ooit.

Ik leerde dat verbinding, analyse, gevoel, liefde, een ander vooruithelpen mijn kern was. En dat ik juist daarmee iets mocht gaan doen. Dus coach ik vanuit mijn diepste kern. Met liefde. Om jouw proces te versnellen en te verdiepen.

 

Add A Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.